Plichtsmoeheid en anachronismen – #11

Voor wat hoort wat. Zo zijn we opgevoed; je krijgt een snoepje als je flink bent, je staat bij elkaar in het krijt en je ruilt Pokémonkaarten op de speelplaats. Een geheim voor een geheim. We zijn geen volk dat de aanleg heeft om volledig altruïstisch iets voor een ander te doen. Relaties bestaan uit trade-offs, kosten-batenanalyses en het vinden van balansen. En dat blijkt verbazend goed te werken.
Rechten en plichten
Maar zo’n trade-offs zijn vaak ook een last. In ruil voor onze rechten als burger (bescherming, sociale zekerheid, openbare investeringen etc.) betalen we belastingen, dienen we ons aan regels en wetten te houden, allemaal plichten die (in de meeste gevallen) best wel redelijk zijn. Maar dan zijn er ook nog enkele zaken die ondertussen toch voorbijgestreefd zijn. Administratieve obsessies van enkelen die overbodige plichten creëren, in de vorm van verplicht bij te dragen bedrukt papier en te paraferen pagina’s.
Velen zullen denken dat ik het allemaal wat overdrijf, en dat is waarschijnlijk ook zo. Hoewel ik het wat van me af heb kunnen zetten, die stress en frustraties die daarmee gepaard gaan, blijft het een dagelijkse last, al die dingen die we moeten bijhouden: identiteitskaarten en rijbewijzen, bankkaarten, creditkaarten, klantenkaarten, ziekteverzekeringskaarten en inschrijvingsbewijzen. Diploma’s en contracten. Het zorgen voor al dat materiaal is een dagelijkse sleur, de plicht om te allen tijde iets te kunnen voorleggen en bewijzen zorgt voor te dikke portefeuilles die ons ervan beletten aanspannende shorts te dragen.
Tijdloos maar voorbijgestreefd
Met het eID leek de hoop er te zijn: one card to rule them all. Niets van. Het onaangesproken potentieel van de elektronische identiteitskaart is om van te wenen. Voor mijn part mogen ze die morgen afschaffen; ik schuif graag aan voor die ene chip in m’n vinger die alle kaarten en sleutels vervangt. Die kaarten zijn niet meer van deze tijd.
Mijn lief en ik moeten samen een nieuwe auto kopen. De vorige is nu nog iets waard, maar de kilometerstand en carrosserie lopen tegen hun einde aan. Een auto kan officieel maar één eigenaar hebben. Inschrijvingsbewijzen komen met de postbode, die cash betaalt dient te worden. Dan krijg je papieren waarvan je er één in je auto hoort te leggen en één thuis dient te bewaren. In tijden waarin dokters met robotarmen operaties uitvoeren aan de andere kant van de wereld, waarin we onze toestellen en deuren kunnen ontgrendelen met ons gezicht (zonder mondmasker natuurlijk) en waarin politiezone Vlas binnen 10 minuten iemand in de stad kan lokaliseren en oppakken. In tijden waarin het ene cloud-abonnement het andere met enkele gigabytes beconcurreert, in die tijden dienen we nog twee papieren bij te houden die bewijzen dat onze auto verzekerd is of we zitten dik in de shit.
Balans
Zonder een hard-plastieken kaartje met chip of een boekje geplastificeerd papier, geraken we 75% van de landen niet in. Op hetzelfde moment dragen we in onze broekzak een toestel dat ons tot op 1 meter kan lokaliseren, dat onze gesprekken beluistert, waarmee we binnen enkele seconden verbinding maken met iemand aan de andere kant van de wereld en waarmee we zonder al te veel gedoe aankopen kunnen doen. En dan zijn het privacyregels die het beletten om efficiëntere kruispuntdatabanken te maken? We willen geen chip in onze vinger, maar dragen er tientallen in onze broekzakken, de helft daarvan moeten we op bevel kunnen voorleggen.
De optie van een leven zonder dingen die we moeten bijhouden; betalen met een vingerafdruk, een simpele irisscan bij de volgende politiecontrole. Het risico om waardevolle voorwerpen te verliezen gereduceerd tot nul. Het verplichte papierwerk en bijhoudplicht maken van een onderhuidse chip plots een nieuwe vorm van vrijheid. De ironie.