“Zodanig authentiek dat’t plukkevort is”, over valse authenticiteit – #13
Op een brief aan mijn overleden vader, die ik als tekst online had gepost, reageerde iemand: ‘authentiek!’ Toegegeven, het is duidelijk wat die persoon bedoelt, maar toch wat raar dat het als compliment moet dienen.
Nachtraven en vroege vogels (avondklok) – #12
Het mag gezegd zijn, de nieuwe regering en hun nieuwe communicatie missen de bal niet. Eén knuffelcontact (gotta love the word), horeca gesloten en thuiswerk de regel. Allemaal bevattelijk en niet onlogisch om verspreiding te voorkomen. Als daar dan ook de cijfers voor zijn, zoveel te beter. Maar een avondklok? Het lijkt wel of het oorlogstaaltje dat we in coronacontext graag gebruiken die maatregel in de hand heeft gewerkt.
Een brief aan mijn Papa
Een persoonlijke brief leek me eerst nogal een cliché, maar na verschillende pogingen bleek het toch het meest gepast. En geef toe, een cliché om de zoveel tijd… wel die bevestigt zichzelf alleen maar. Met het risico erin te vervallen: hier is hij dan.
‘LESS’ van Andrew Sean Greer toont aan dat volwassen zijn geen eindfase is
Arthur Less is een dappere man, al weet hij dat in hoofdstuk één zelf nog niet. Hij is een angstige schrijver die als jonge man een relatie had met een befaamd auteur en zich daar nog steeds door laat definiëren. Wanneer zijn nieuwste boek door de uitgeverij geweigerd wordt en zijn ex plant om in het huwelijksbootje te treden, heeft hij er even genoeg van. Hij besluit alles achter te laten en de wereld rond te reizen.
‘RELEASE’ van Patrick Ness toont het verschil tussen liefde en verliefdheid
Adam is zeventien en homo. Als zoon van een Amerikaanse conservatieve pastoor is dat allesbehalve ideaal. De relatie met zijn ouders en broer is dan ook niet optimaal en net iets problematischer dan van een doorsnee tiener met zijn gezin. Daarnaast doet hij wat weekendwerk bij een multinational, waar zijn baas nogal handtastelijk is en […]
Plichtsmoeheid en anachronismen – #11
Voor wat hoort wat. Zo zijn we opgevoed; je krijgt een snoepje als je flink bent, je staat bij elkaar in het krijt en je ruilt Pokémonkaarten op de speelplaats. Een geheim voor een geheim. We zijn geen volk dat de aanleg heeft om volledig altruïstisch iets voor een ander te doen. Relaties bestaan uit trade-offs, kosten-batenanalyses en het vinden van balansen. En dat blijkt verbazend goed te werken.
‘Jonny Appleseed’ van Joshua Whitehead, over een trotse two-spirited indigiqueer
‘Jonny Appleseed’ is het coming-of-age verhaal van een indigene Canadese jongen. Jonny is een two-spirited Indigiqueer en trots. Ambitieus maar aan de rand van de samenleving, moet hij zijn eigen boontjes doppen en dat doet hij door het aanbieden van private onlinesessies met mannen van over de hele wereld.
Tijdreizen en leefwereldtoerisme – #10
Samen met eindeloos veel fantasie en science-fiction boeken brengen de kwantumfysica en -mechanica ons het concept van parallelle universa. Niet dat ik daar een snars van begrijp. Maar net als parallelle universa bestaan verschillende leefwerelden naast en door elkaar, vaak met grote onderlinge gelijkenissen, maar altijd wat verschil. En verschillende leefwerelden, daar kom ik wel mee in aanraking. Er zijn evenveel variëteiten op de werkelijkheid als er mensen zijn. En hoewel we dat al even weten, wordt het in tijden als deze soms pijnlijk duidelijk.
Liefde voor West-Vlaanderen (Bekaertdraad) – #9
Ge zijt meer dan een lap grond. Een huid eerder. Zilt aan zee en gegroefd door het verleden. Vol kraters van bommen en kloven van stellingenoorlogen. Zorgvuldig bewerkt de boer zijn land met een dagcrème van mest en pesticiden.
Volwassenen zijn pubers die pubers pubers noemen – #8
Het heeft mij toch wat tijd gekost om mij over de ontgoocheling heen te zetten. Misschien ben ik te lang naïef geweest, en ben ik dat nog steeds vaker wel dan niet. Naïef omdat ik de neiging heb volwassenen als onfeilbaar in te schatten. Ingegeven door zinnen die volwassenen, zonder teveel nadenken, naar hun kinderen smijten: ‘je zal dat later wel begrijpen’, ‘dat mag niet om dat ik dat zeg’ (implicerend dat zij de waarheid kennen). We groeien op met de idee dat volwassenen weten waar ze mee bezig zijn.